E-mail: guus@ham-muiden.nl |
Redactie en uitgave: Historisch Archief Muiden. Burg. de Raadtsingel 32, 1398 BG Muiden.Tel.nr. 029426-4922 |
Special |
DE GROOTE ZEESLUISSPECIALDE SLUIZ JUNI – JULI – AUGUSTUS 2010
DE GESCHIEDENIS VAN DE GROOTE ZEESLUIS IN MUIDEN Onlangs werd bekend dat begin 2011 de rivier de Vecht in zijn geheel wordt uitgebaggerd. Voor zover bekend is dit de eerste keer dat een dergelijke omvangrijke operatie wordt uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan werd het HAM verzocht om de geschiedenis van de Groote Zeesluis in Muiden eens op papier te zetten. Van het Rampjaar 1672, toen de Fransen onder leiding van Lodewijk de XIVe de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden binnen vielen en de sluis nog bij Hinderdam lag, tot de dag van vandaag. Een korte opsomming: DE SLUIS BIJ HINDERDAM In 1437 werd er een aarden dam met sluis aangelegd in de Vecht ten noorden van Nederhorst den Berg. In 1629 werd er een aarden schans aangelegd op het eiland in de Vecht. In 1672, het zogenaamde Rampjaar, brak er oorlog uit. De Republiek werd bedreigd door Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen. De zeedijk bij Muiden werd doorgestoken en de polders onder water gezet. Dankzij inderhaast opgetrommelde troepen uit Amsterdam slaagden de Fransen, die Naarden zonder slag of stoot hadden ingenomen, er niet in om ook Muiden te veroveren. De hoofdstad, Amsterdam, bleef zo behouden en daarmee dus ook de Republiek. De Hollandse Waterlinie was geboren. In 1673 op 9 februari besloten de Staten van Holland en West-Friesland om de sluis te verplaatsen van Hinderdam naar Muiden. Dat wil zeggen: In Muiden, bij de brug, werd een nieuwe sluis gebouwd en bij DE BOUW VAN DE GROOTE ZEESLUIS IN MUIDEN IN 1673 Bij de bouw van de sluis in Muiden werden duizenden heipalen gebruikt. Over de palen kwamen zogenaamde slikbalken, die werden gekeept, (ingesneden) zodat de bovenkant van de slikbalken op de zelfde hoogte kwam als die van de overige palen. Over de palen en slikbalken kwamen de kespen, die ook weer 1 duim gekeept werden. Vervolgens werden er tussen de kespen zogenaamde baardplanken bevestigd met pen en gat verbindingen en met nagels afgewerkt. Zo kwamen er vijf rijen baardplanken van de ene kant van de kolk naar de andere kant toe, tot aan de vaste wal. Over de kespen kwamen nog koppelhouten, eveneens 1 duim over de kespen gekeept. De lange koppelhouten omvatten de drie buitenste regels baardplanken en sloten met haaklassen aan elkaar. Vervolgens werden er damplanken onder de slagbalken bevestigd. Om het opdrijven van de vloer te voorkomen werden er zogenaamde zwalphouten boven de kespen aangebracht, die aan beide einden in de muur staken. Nadat ter plaatse van de eb- en vloeddeuren de slagbalken, de puntstukken, het koningsstuk en de komplaten (die met een zwaluwstaartverbinding onder in de slagbalk kwamen) waren aangebracht, werden op deze fundering de walmuren en de tussenmuren gemetseld. In verband met het spuien van water was de fundering aan de zeezijde 11en een halve voet langer dan de muren. De bouwkosten bedroegen f 230.000,-. Een voor die tijd enorm bedrag. (Zie ook de afbeeldingen hieronder.)
Bovenaanzicht van de Groote Zeesluis zoals hij was tot 1809, met vijf openingen aan de zeezijde. GROOTSCHEEPSE RESTAURATIE VAN 1809 TOT 1812 In december 1809 begon men aan een ingrijpende restauratie van de sluis. Reeds enkele tientallen jaren na de bouw in 1673 bleek dat de fundering eigenlijk te licht en de dennenhouten vloer niet waterdicht was. Tussen 1740 en 1800 zijn dan ook verschillende reparaties uitgevoerd. Zo werden onder meer in 1765 tussen de zwalpen van de middensluis hardstenen platen aangebracht. In het jaar 1777 werden de sluizen zelfs vaksgewijze afgedamd. Het resultaat van al deze herstellingswerkzaamheden was niet wat men er van verwachtte. Begin 1800 was het sluiscomplex zo vervallen dat de veiligheid tegen hoge Zuiderzee standen ernstig in gevaar kwam. Er kwam tevens door lekkage zoveel zeewater op de Vecht terecht, dat de waterschepen van de gemeente Amsterdam in het gunstigste geval tot Weesp moesten varen om zoet water in te nemen. Op last van koning Lodewijk Napoleon moest onverwijld worden over gegaan tot herstel van de sluizen. In het voorjaar van 1810 kon men met een kettingmolen en 16 paarden beginnen de sluis droog te malen. De vijf openingen aan de zeezijden werden teruggebracht tot drie. Vanwege de toenemende breedte van de schepen voor de “Keulse vaart” verbreedde men de oost en west kolk en maakte er in plaats van spuikolken schutkolken van. De middenkolk bleef gehandhaafd op dezelfde breedte. Er werden zowel in de binnen- als de buitenhoofden eb- en vloeddeuren aangebracht. Ook kwamen er tolkleppen in de ebdeuren van de buitenhoofden in de oost- en westkolk. BEZOEK VAN NAPOLEON AAN DE RESTAURATIE VAN DE SLUIS IN 1811 De Franse Keizer Napoleon Bonaparte, ons wettige staatshoofd in die tijd, bezocht op 21 oktober 1811 met zijn tweede vrouw Marie Louise van Habsburg Muiden, toen hij in Holland was voor een korte rondreis. Hij verscheen ’s morgens om 7 uur te paard bij de sluis en stelde, na te zijn afgestegen, de inspecteur-generaal J. Blanken verscheidene vragen over het werk. Daarna reed hij door naar Amsterdam. In april van dat zelfde jaar 1811 was de voorgevel van de herberg en kolfbaan de Doelen, die op slechts enkele meters afstand stond van de bouwput van de sluis, ingestort. De gevel lag in de bouwput en de rest van het gebouw dreigde eveneens in te storten. Er was onder de Doelen niet geheid. Het Hoogheemraad-schap betaalde de schade die getaxeerd was op f 7000,- onder de voorwaarde dat een eventueel herbouwde Doelen ten eeuwigen dagen 18 voeten afstand moest houden van de walmuur van de sluis. In 1812 werd de Doelen herbouwd en zoals men kan zien houdt men zich er vandaag nog steeds aan. AANPASSINGEN IVM DE KOMST VAN DE GOOISCHE TRAM Op 17 mei 1881 werd de Gooische tramdienst in gebruik genomen. De stoomtram reed kort daarna ook door Muiden en over de Sluisbrug. De komst werd ruim van tevoren aangekondigd. Al in 1870 was in verband hiermee de klapbrug in Muiden vervangen door een stalen draaibrug. De tram kon immers niet over een knik in de rails rijden. Over de westkolk kwam een vaste brug. In 1876 maakte de Muider smid H. Melis de fraaie smeedijzeren leuning met de krullen voor f 944,61. Hieronder een foto uit 1899.
DE TOL OP DE SLUISBRUG AFGESCHAFT IN 1928 Op zondag 16 september 1928 barstte de oorlog tegen de tol van Muiden los. De slagboom, die sinds de Middeleeuwen (er wordt al in het jaar 953 melding van gemaakt) in de een of andere vorm passanten van buiten Muiden dwong om te betalen voor het passeren van de brug over de Vecht, werd als het ware bestormd door automobilisten. Ze waren het zat om elke keer weer te moeten wachten en te betalen. Vooral Floris Vos, een Erfgooier met een melkfabriek in Bussum, ergerde zich aan het oponthoud dat de vrachtwagens in Muiden hadden. Ondersteund door gedichten van de populaire Clinge Doorenbosch in de krant riep hij automobilisten op om allemaal tegelijk naar Muiden te komen. (Zie foto links onder.) Toen dan ook nog de Gooische tram vast kwam te zitten was de verkeerschaos compleet. De tol werd uiteindelijk voor een flinke som afgekocht door Rijkswaterstaat en er kwam een rondweg om Muiden. Op de plek waar nu de huidige Vechtbrug ligt werd een houten noodbrug gebouwd die later werd vervangen door een echte brug. In de Sluisstraat werd het rustig, hoewel er in de loop der jaren toch weer steeds meer verkeer door Muiden kwam.
KLAAS PAUW AAN HET WERK BIJ DE SLUISBRUG Naast de verhalen over de materiële zaken hoort ook een verhaaltje over de menselijke aspecten. Klaas Pauw, (05/10/1872-30/01/1952) de sluisknecht op de foto’s hierboven en hiernaast, (met mevrouw van der Toorn van het postkantoor) was de overgrootvader van uw redacteur. Hij werkte evenals zíjn vader,Gosse Pauw, (mijn betovergrootvader-GK) zijn hele leven op en om de Groote Zeesluis. Hij woonde vlakbij in de Weesperstraat, aan de Vecht, waar nu de middelste kastanjeboom staat (zo’n 75 jaar geleden geplant door mijn vader) en verhuurde roeiboten aan vissers uit de verre omtrek. Hij was altijd in zijn witte boezeroen en op zijn klompen te vinden in de nabijheid van de sluis. ’s Avonds ging hij met zijn zeilbootje naar het eind van de pier om het ‘baken’ aan te steken. Het licht op de strekdam was een olielamp, die dagelijks moest worden bijgevuld en aangestoken. Ook onderhield hij de hele sluis, schrobde de kolkmuren, teerde de sluisdeuren en draaide de brug. In het krantenknipsel uit 1928 stond als bijschrift oa: “Slechts eenigen der alleroudste en der allerjongste Muidenaars – die waarchijnlijk niets anders te doen hadden – waren er getuige van dat een arbeider den ijzeren paal, waaraan de tolboom bevestigd was, bij Käuderers nu potdicht gesloten schilderhuisje uitgroef en daarna het ontstane gat dicht maakte.”
De handtekeningen van G. Pauw, Sluisknecht, in 1899 (links) en van zijn zoon K. Pauw in 1922. HET GEMAAL VAN MUSSERT UIT 1930 Ingenieur Anton Adriaan Mussert, geboren op 11 mei 1894, (foto linksonder met pet) opende in 1930 het gemaal op de Groote Zeesluis dat hij zelf ontwierp en bouwde. De afwatering van de Vecht gaf al lange tijd problemen bij ongunstige windrichting en/of hoge vloedstanden van de Zuiderzee. In 1932 werd de Zuiderzee afgesloten en het gemaal was toen weer overbodig. Een sterk staaltje van slechte planning. Mussert werd leider van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) en werd na de oorlog ter dood veroordeeld wegens collaboratie met de Duitsers. Hij werd op 7 mei 1946 ’s ochtends om half zeven door een vuurpeloton geëxecuteerd. Zijn gemaal werd nog tijdens de oorlog, in 1941, afgebroken. Hieronder: SCHADE DOOR OORLOGSHANDELINGEN 1940-1945 Het gemaal van Mussert werd in 1941 weer afgebroken. Na de bevrijding was er nog een gat te zien in de Sluismuur. Op de foto hierboven ziet u hoe de enorme pompen werden gemonteerd in 1930. Bij een (vergeefse) poging van de Duitsers om de polders om Muiden onder water te zetten, zijn de ebdeuren van de Oostkolk opgeblazen. Men slaagde erin een vlot met explosieven tot ontploffing te brengen. Dat bracht zodanige schade toe aan de deuren dat ze door nieuwe moesten worden vervangen. DE RESTAURATIE VAN DE SLUIS IN 1975 – 1976 Als je met een jachtje door de sluis van Muiden wilde varen op een mooie zomerdag in 1974, dan moest je geen haast hebben. Het kon soms een hele dag duren voordat je aan de beurt was om geschut te worden. Van de drie kolken kon er nog maar één gebruikt worden; de oostelijke. Bij de middelste schutkolk waren de sluisdeuren zo verrot dat ze niet meer konden draaien. De bediening ging bovendien nog net als in de 19e eeuw volledig met de hand. De brug- en sluiswachters Stelling, Dobber en Catshoek, draaiden eerst de raketten van de sluisdeuren open, zodat het water op peil kon komen, daarna draaiden ze met een grote slinger de deuren (bijvoorbeeld) aan de Vechtzijde open. Vervolgens werd de brug van de rem gehaald en met de grote slinger langzaam open gedraaid. Het publiek wachtte achter de zware ijzeren hekken. Als de schepen geschut waren in die ene kolk, moest men de grote sluisdeuren met de kaapstanders openen en begon het hele ritueel opnieuw. De (westelijke)spuikolk ging nooit meer open. Daar hoopte de dode vis en het afval zich op in de groene algenprut, die als een laag kopergroen lag te stinken voor de sluisdeuren. RESTAURATIE GROOTE ZEESLUIS 2004-2005 Van 8 november tot en met 19 december 2004 was de Sluisbrug in Muiden afgesloten wegens reparatie- en restauratiewerkzaamheden. De brug werd zelfs helemaal verwijderd en de “heilige” stenen bogen waren zomaar weggebroken. Damwanden waren aan weerszijden van de Groote Zeesluis geslagen, zonodig dwars door een laag bakstenen. Het leegpompen viel tegen want de vloer van de kolken lekte en bovendien was er vrees voor verzakkingen bij de omringende woningen. De brug kwam na een maand terug, maar toen moest het echte werk nog beginnen. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, zes dagen per week werd er gevoegd en gestraald, in weer of wind of in tenten, onder sneeuw en ijs. In maart kon men eindelijk de kolken echt droog zetten en de sluisdeuren terughangen, zodat op 16 april, na enkele weken vertraging, de eerste schepen konden worden geschut. Het terras werd ook onmiddellijk geopend. Vervolg opsomming van de geschiedenis van de Groote Zeesluis: BRONNEN: |